- uithangen
- {{uithangen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [naar buiten hangen] être mis ⇒ 〈m.b.t. vlag〉être hissé2 [zich bevinden] se cacher♦voorbeelden:2 waar heb jij uitgehangen? • où étais-tu fourré?II 〈overgankelijk werkwoord〉1 [naar buiten hangen] mettre dehors2 [in zijn volle lengte ophangen] pendre3 [zich voordoen als] faire le♦voorbeelden:2 de gordijnen uithangen • pendre les rideauxhet wasgoed uithangen om te drogen • étendre la lessive3 de rijke patser uithangen • faire le grand seigneurhet slachtoffer uithangen • jouer les victimes
Deens-Russisch woordenboek. 2015.